Beleidsregel benoemingen

AfdrukkenOpslaan als PDF

Beleidsregel benoemingen

Besluit van de algemene raad van 16 juni 2022 houdende de vaststelling van de beleidsregel over aanbevelingen, voordrachten en benoemingen door de algemene raad (Beleidsregel benoemingen)
 

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,

 

gelet op artikelen 8a, 18, eerste lid, 19, 24, eerste lid, 36a, tweede lid, en 51, tweede lid, van de Advocatenwet;

 

gelet op artikelen 2.3, 2.10, 2.14, 2.18, 2.19c en 2.22 van de Verordening op de advocatuur;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

stelt de volgende beleidsregel vast:

Artikel 1 Voordracht leden algemene raad

  1. De algemene raad stelt een profielschets op ten behoeve van de verkiezing van één of meer leden van de algemene raad en bespreekt deze met de agendacommissie van het college van afgevaardigden.
  2. De algemene raad betrekt bij het opstellen van de profielschets in ieder geval:
    1. een evenwichtige samenstelling naar geslacht en leeftijd;
    2. aantoonbare bestuurlijke ervaring in maatschappelijke functies;
    3. aantoonbare affiniteit met de balie.
  3. De algemene raad publiceert de vacature in passende media met een reactietermijn van ten hoogste vier weken.
  4. Een selectiecommissie, bestaande uit één of meer leden van de algemene raad en de algemeen secretaris, voert de selectiegesprekken en doet een antecedentenonderzoek.
  5. De algemene raad stelt de agendacommissie van het college van afgevaardigden op de hoogte van de identiteit van de – indien mogelijk - drie kandidaten die de voorkeur hebben van de algemene raad, waarna de agendacommissie een voorkeursvolgorde bepaalt.
  6. In het geval de eerste voorkeur van de algemene raad en die van de agendacommissie overeenkomt wordt die kandidaat voorgedragen.
  7. De agendacommissie krijgt de mogelijkheid een gesprek te voeren met de voorkeurs-kandidaat van de algemene raad, waarna die kandidaat wordt voorgedragen.
  8. In het geval het de verkiezing betreft voor de vacature van algemeen deken en de kandidaat al zitting heeft in de algemene raad, zijn de leden 3 tot en met 7 niet van toepassing en wordt het functieprofiel en die kandidaat besproken met de agendacommissie, waarna voordracht plaatsvindt.

Artikel 2 Voordracht leden-advocaten hof van discipline

  1. De algemene raad stelt samen met het hof van discipline een profielschets op ten behoeve van de verkiezing van een of meer leden-advocaten en plaatsvervangend leden-advocaten bij het hof van discipline door het college van afgevaardigden, met daarin in ieder geval de vereiste competenties en vaardigheden.
  2. Een selectiecommissie, bestaande uit in ieder geval een lid van de algemene raad en de (plaatsvervangend) voorzitter van het hof van discipline, bereiden de voordracht voor.
  3. De algemene raad doet met inachtneming van de profielschets een voordracht tot verkiezing van een of meer leden-advocaten en plaatsvervangend leden-advocaten bij het hof van discipline.
  4. De algemene raad neemt bij de voordracht in ieder geval in aanmerking:
    1. een evenwichtige samenstelling naar geslacht en leeftijd;
    2. voldoende regionale spreiding binnen het hof van discipline;
    3. een evenwichtige opbouw in rechtsgebieden en kantooromvang;
    4. een wezenlijke en reële zittingstermijn gelet op de leeftijd bij verkiezing
    5. een antecedentenonderzoek.
  5. De algemene raad draagt geen advocaat voor:
    1. die minder dan zeven jaren ervaring heeft als advocaat;
    2. die in de periode van twee jaar voor de voordracht lid is geweest van de algemene raad of deken is geweest in de orde van advocaten in een arrondissement;
    3. die in de periode van één jaar voor de voordracht lid is geweest van het college van afgevaardigden of lid is geweest van het bestuur van een specialisatievereniging;
    4. die een duurzaam samenwerkingsverband heeft met een ander advocaat-lid in het hof van discipline;
    5. die zodanige tuchtrechtelijke antecedenten heeft dat deze aan verkiezing in de weg staat;
    6. die de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt.

Artikel 3 Aanbeveling college van toezicht

  1. De algemene raad stelt een profielschets op ten behoeve van de aanbeveling voor leden van het college van toezicht.
  2. De algemene raad doet met inachtneming van de profielschets een aanbeveling voor een of meer leden van het college van toezicht, ingevolge artikel 36a, tweede lid, van de Advocatenwet.
  3. De algemene raad neemt bij de aanbeveling in ieder geval in aanmerking:
    1. een evenwichtige samenstelling naar geslacht en leeftijd;
    2. aantoonbare bestuurlijke ervaring in maatschappelijke functies;
    3. aantoonbare affiniteit met de balie.
  4. De algemene raad beveelt uitsluitend personen aan die de leeftijd van zeventig jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 4 Voordracht raad van advies

  1. De algemene raad stelt een profielschets op ten behoeve van de voordracht voor leden van de raad van advies.
  2. De algemene raad doet met inachtneming van de profielschets een voordracht voor een of meer leden van de raad van advies, op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur.
  3. De algemene raad neemt bij de voordracht in ieder geval in aanmerking:
    1. een evenwichtige samenstelling naar geslacht en leeftijd;
    2. aantoonbare bestuurlijke ervaring in maatschappelijke functies;
    3. aantoonbare affiniteit met de balie;
    4. een antecedentenonderzoek.
  4. De algemene raad draagt uitsluitend personen voor die de leeftijd van zeventig jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 5 Benoeming (advies)commissies

  1. De algemene raad stelt een profielschets op ten behoeve van benoemingen van leden van de:
    1. commissie cassatie, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur;
    2. CCBE-commissies en werkgroepen, bedoeld in artikel 2.13, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;
    3. adviescommissie regelgeving, bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur;
    4. adviescommissie beroepsopleiding advocaten, bedoeld in artikel 2.19a, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur;
    5. overige adviescommissies, bedoeld in artikel 2.20 van de Verordening op de advocatuur;
    6. commissie disciplinaire rechtspraak, bedoeld in artikel 2.23a, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur.
  2. De algemene raad neemt bij de benoeming in ieder geval in aanmerking:
    1. een evenwichtige samenstelling naar geslacht, leeftijd, type advocatuur/cliënten en grootte van het advocatenkantoor;
    2. voldoende kennis en ervaring voor de betreffende (advies)commissie;
    3. een antecedentenonderzoek.
  3. De algemene raad benoemt uitsluitend personen die de leeftijd van zeventig jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 6 Antecedentenonderzoek

  1. De algemene raad laat door of namens de algemeen secretaris een antecedentenonderzoek uitvoeren bij de selectie voor een voordracht of benoeming.
  2. De maatregelen waarschuwing, berisping en geldboete, genoemd in artikel 48, tweede lid, van de Advocatenwet, langer dan vijf jaren geleden opgelegd worden niet meegewogen.
  3. Geen voordracht of benoeming vindt plaats als een maatregel, genoemd in artikel 48, tweede lid, van de Advocatenwet, is opgelegd minder dan twee jaren geleden.
  4. Bij de selectie voor een voordracht of benoeming kunnen de motivering en overwegingen in de uitspraak van de tuchtrechter in verband met de uit te oefenen functie worden betrokken.

Artikel 7 Intrekking beleidsregel

De Beleidsregel benoemingen vastgesteld bij besluit van de algemene raad van 2 november 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2022.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel benoemingen.