Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland [Historische versie; geldig 01-01-2015 - 31-10-2018]

Besluit van de algemene raad van 3 november 2014 tot vaststelling van de beleidsregel inzake ontheffing kantoorhouden in één arrondissement op één locatie vanwege kantoorvestiging buiten Nederland

 

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

 

gelet op artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet,

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

overwegende:

  • dat advocaten verplicht zijn in één arrondissement op één locatie kantoor te houden, ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Advocatenwet;
  • dat advocaten van iedere kantoorverplaatsing kennis moeten geven aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau, ingevolge artikel 2, achtste lid, van de Advocatenwet;
  • dat behoefte bestaat bij in Nederland beëdigde advocaten om zich buiten Nederland te vestigen, terwijl zij hun inschrijving op het tableau willen handhaven;
  • dat de advocaat, indien de ontheffing, als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet, wordt verleend blijft behoren tot de orde in het arrondissement waar hij kantoor houdt op het moment van het verzoek om ontheffing dan wel de orde in het arrondissement Den Haag;
  • dat advocaten, die niet aan de voorschriften van artikel 12 van de Advocatenwet voldoen, na aanmaning daartoe door de raad van de orde in het arrondissement, op requisitoir van het openbaar ministerie en nadat de rechtbank tot schrapping heeft beslist, van het tableau worden geschrapt, op grond van artikel 12, vijfde lid, van de Advocatenwet.

 

BESLUIT

Artikel 1 verlenen ontheffing kantoorhouden buitenland

  1. De algemene raad verleent, op aanvraag van de advocaat, die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel in een ander land kantoor wil houden, de ontheffing, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet, indien:
    1. de advocaat belang heeft bij de ontheffing, zoals de persoonlijke ontwikkeling en training van de betreffende advocaat en de wens om bij de uitoefening van de werkzaamheden de oorspronkelijke beroepstitel te kunnen blijven voeren;
    2. de advocaat de verordeningen kan naleven, waaronder de onafhankelijkheid van de beroepsuitoefening;
    3. de advocaat de adresgegevens in het buitenland overlegt
    4. de raad van de orde in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt op het moment van het verzoek om ontheffing, en indien de advocaat niet eerder kantoor heeft gehouden, de raad van de orde in het arrondissement Den Haag, heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de ontheffing.
  2. De advocaat vermeldt de duur van het kantoorhouden in het buitenland, waarna voor deze duur ontheffing wordt verleend, doch niet langer dan drie jaren.

Artikel 2 aanvraag ontheffing

  1. De advocaat doet de aanvraag ten minste twee maanden vóór vertrek naar het buitenland door middel van het formulier ‘aanvraag ontheffing kantoorhouden buitenland’ in bijlage 1.
  2. De advocaat die na afloop van de ontheffing in het buitenland kantoor wil blijven houden, doet een nieuwe aanvraag om ontheffing, voor een nieuwe periode van maximaal drie jaren.

Artikel 3 voorwaarden kantoorhouden buitenland

Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet verbindt de algemene raad in ieder geval de volgende voorwaarden:

  1. de advocaat draagt er zorg voor dat hij bereikbaar is via het adres waar de advocaat kantoor houdt in het buitenland en alwaar hij op het tableau wordt ingeschreven;
  2. de advocaat draagt zorg voor de beroepsuitoefening met inachtneming van de kernwaarden, zoals beschreven in artikel 10a van de Advocatenwet;
  3. de advocaat verstrekt, ingeval het ontvangende land een EU-, EER-land of Zwitserland is en het verblijf in dat land langer gaat zijn dan één jaar, een kopie van het bewijs van inschrijving van het land van ontvangst aan de algemene raad.
  4. de advocaat meldt, indien hij ondanks de ontheffing opnieuw kantoor gaat houden in Nederland, zijn terugkeer in Nederland bij de algemene raad en de raad van de orde in het arrondissement, waarna de ontheffing wordt ingetrokken.

Artikel 4 ontheffing aan stagiaire

In afwijking van artikel 1 geldt voor de stagiaire dat in bijzondere gevallen ontheffing kan worden verleend, indien, naast het bepaalde in artikel 1, de stagiaire in ieder geval:

  1. een Nederlandse advocaat als patroon heeft;
  2. kantoor houdt op dezelfde locatie als de patroon hetzij in Nederland hetzij in het buitenland of op de dagen dat de stagiaire niet werkt op dezelfde locatie als de patroon wordt begeleid door een mentor die voldoet aan de voorwaarden voor een patroon;
  3. in staat wordt gesteld om de beroepsopleiding te volgen en dit bij de aanvraag wordt aangetoond;
  4. de beroepsopleiding binnen de daartoe gestelde termijn kan afronden;
  5. blijft voldoen aan de voor hem geldende verplichtingen krachtens artikel 9c en artikel 26 van de Advocatenwet.

Artikel 5 inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 6 intrekking

Het beleid in geval van verzoeken op grond van artikel 12, derde lid, Advocatenwet – ontheffing kantoor houden in Nederland, gepubliceerd in het Advocatenblad van 25 juni 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 7 citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland”

Bijlage 1 Formulier aanvraag ontheffing kantoorhouden buitenland