Besluit mandaat, volmacht en machtiging NOvA

AfdrukkenOpslaan als PDF

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,

 

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op artikel 31, eerste lid, van de Advocatenwet;

 

besluit het volgende besluit vast te stellen:

 

Besluit mandaat, volmacht en machtiging NOvA

 

 

Paragraaf 1 Mandaat en machtiging in publiekrechtelijke aangelegenheden

Artikel 1.1 Machtiging

Voor toepassing van paragraaf 1 van dit besluit wordt in overeenstemming met artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht onder mandaat ook begrepen het op grond van machtiging verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 1.2 Besluiten Advocatenwet

Aan de manager juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  1. onderzoeken naar het afsluitend examen en de verworven beroepservaring en het eisen van een proeve van bekwaamheid of aanvullende examens op grond van artikel 2, vierde lid, van de Advocatenwet;
  2. schrapping van het tableau na drie jaar voorwaardelijke inschrijving als advocaat op grond van artikel 8c, vierde lid, van de Advocatenwet;
  3. verlenen goedkeuring aan een besluit tot stageverkorting op grond van artikel 9b, tweede lid, van de Advocatenwet;
  4. vrijstelling vereiste onvoorwaardelijke inschrijving als advocaat voor een advocaat bij de Hoge Raad op grond van artikel 9j, zesde lid, van de Advocatenwet;
  5. ontheffing vanwege vestiging kantoor buiten Nederland op grond van artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet;
  6. ontheffing vanwege detachering op grond van artikel 12, vierde lid, van de Advocatenwet;
  7. inschrijving op het tableau op grond van artikel 16h van de Advocatenwet, met dien verstande dat ingevolge artikel 16h, tweede en derde lid, van de Advocatenwet de secretaris van de algemene raad de advocaat inschrijft op het tableau en de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst in kennis stelt van de inschrijving;
  8. aanwijzing als deskundige op grond van artikel 26, eerste lid, van de Advocatenwet;
  9. tijdelijk of blijvende doorhaling van de inschrijving op het tableau op grond van artikel 60aa, vijfde lid, van de Advocatenwet, met dien verstande dat ingevolge artikel 60aa, vijfde lid, van de Advocatenwet de secretaris van de algemene raad de inschrijving van de advocaat tijdelijk onderscheidenlijk blijvend doorhaalt op het tableau en de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst in kennis stelt van de doorhaling.

Artikel 1.3 Besluiten Verordening op de advocatuur en Regeling op de advocatuur

Aan de manager juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  1. vergoedingen aan de Nederlandse orde van advocaten als bedoeld in paragraaf 2.2.1 van de Verordening op de advocatuur;
  2. vergoedingen door de Nederlandse orde van advocaten als bedoeld in paragraaf 2.2.3 van de Verordening op de advocatuur;
  3. toelating tot de beroepsopleiding op grond van artikel 3.16, vijfde lid, van de Verordening op de advocatuur;
  4. hardheidsclausule ten hoogste driemaal een toets afleggen op grond van artikel 3.19, zesde lid, juncto artikel 3.19, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;
  5. terme de grâce op grond van artikel 3.22 van de Verordening op de advocatuur;
  6. vrijstelling voorafgaande opleidingspunten cassatie op grond van artikel 4.9, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;
  7. afwijzen nieuw verzoek tot verstrekken van verklaring op grond van artikel 4.10 van de Verordening op de advocatuur;
  8. verlengen termijn voorwaardelijke aantekening cassatie op grond van artikel 4.11, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;
  9. vrijstelling praktijkeisen cassatie op grond van artikel 4.14, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;
  10. doorhalen voorwaardelijke aantekening advocaat bij de Hoge Raad op grond van artikel 4.15 van de Verordening op de advocatuur;
  11. toelating beroepsopleiding vanwege overgangsrecht op grond van artikel 9.2a, derde lid, van de Verordening op de advocatuur;
  12. erkenning opleidingsinstelling op grond van artikelen 16 en 17 van de Regeling op de advocatuur;
  13. intrekking erkenning opleidingsinstelling op grond van artikel 19 van de Regeling op de advocatuur.

Artikel 1.4 Besluiten overige wet- en regelgeving

Aan de manager juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  1. verstrekken van informatie, rectificatie en gegevenswissing op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
  2. openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid;
  3. vergoedingen aan de Nederlandse orde van advocaten op grond van artikel 8.6, tweede lid, van de Wet open overheid;
  4. dwangsommen als bedoeld in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht;
  5. erkenning van een beroepskwalificatie op grond van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties advocatuur.

Artikel 1.5 Voorbereidingshandelingen primaire besluitvorming

Aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers wordt ieder afzonderlijk mandaat verleend voor het verrichten van handelingen die verband houden met het voorbereiden van besluiten als bedoeld in de artikelen 1.2, 1.3 en 1.4.

Artikel 1.6 Deelname onderwijs en examen

Aan de manager toetsen van de uitvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 3.24 van de Verordening op de advocatuur, wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  1. hardheidsclausule deelname onderwijs op grond van artikel 3.17, vijfde lid, van de Verordening op de advocatuur;
  2. hardheidclausule examinering op grond van artikel 3.19, zesde lid, juncto artikel 3.19, vijfde lid, van de Verordening op de advocatuur.

Artikel 1.7 Verkrijgen hoedanigheid advocaat bij de Hoge Raad

Aan telkens twee door de voorzitter van de commissie cassatie aangewezen leden van die commissie wordt gezamenlijk mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  1. afnemen examen en proeve van bekwaamheid op grond van artikel 4.9 respectievelijk artikel 4.11 van de Verordening op de advocatuur;
  2. verstrekken verklaring en bewijsstuk op grond van artikel 4.9, eerste lid, respectievelijk artikel 4.11, achtste lid, van de Verordening op de advocatuur.

Artikel 1.8 Klachten

  1. Aan de manager wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de klacht ziet op gedragingen van een hiërarchisch ondergeschikte.
  2. Aan de secretaris van de algemene raad wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de klacht ziet op gedragingen van een manager.
  3. Aan een lid van de algemene raad wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de klacht ziet op gedragingen van de secretaris van de algemene raad of de plaatsvervangend algemeen secretaris.
  4. De algemene raad behandelt ingevolge artikel 9:7, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht zelf, voor zover de klacht ziet op gedragingen van (leden van) de algemene raad.

Artikel 1.9 Bezwaar en (hoger) beroep

  1. Aan de secretaris van de algemene raad wordt mandaat verleend voor het beslissen op een bezwaarschrift en het verrichten van overige handelingen die verband houden met bezwaar, tenzij het betreft een beslissing op een bezwaarschrift tegen een primair besluit dat door de algemene raad zelf is genomen.
  2. Aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers wordt ieder afzonderlijk mandaat verleend voor het verrichten van handelingen die verband houden met het voorbereiden van bezwaar.
  3. Aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers wordt ieder afzonderlijk mandaat verleend voor het verrichten van handelingen en het vertegenwoordigen van de algemene raad in rechte in zaken die verband houden met beroep en hoger beroep bij de bestuursrechter.
  4. Aan de secretaris van de algemene raad wordt mandaat verleend voor het verstrekken van schriftelijke verklaringen waaruit blijkt dat aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers het in het derde lid genoemde mandaat is verleend.

Artikel 1.10 Administratief beroep

  1. Aan de secretaris van de algemene raad wordt mandaat verleend voor het beslissen op een administratief beroepschrift en het verrichten van overige handelingen die verband houden met administratief beroep.
  2. Aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers wordt ieder afzonderlijk mandaat verleend voor het verrichten van handelingen die verband houden met het voorbereiden van administratief beroep.

Artikel 1.11 Ondertekening in mandaat

  1. Het op grond van mandaat ondertekenen van besluiten geschiedt als volgt:
    De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,
    Namens deze,
    [handtekening]
    [naam gemandateerde]
    [functie gemandateerde]
  2. Het op grond van mandaat ondertekenen van automatisch gegenereerde besluiten geschiedt als volgt:
    De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,
    Namens deze,
    [naam gemandateerde]
    [functie gemandateerde]
    Dit besluit is automatisch gegenereerd en bevat daarom geen handtekening.
  3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan een automatisch gegenereerd besluit ook met een handtekening worden ondertekend. De ondertekening geschiedt dan overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 1.12 Vervanging

Bij afwezigheid of verhindering van de gemandateerde wordt deze vervangen door degene die door de mandaatgever binnen de organisatie als diens vervanger is aangewezen, waarbij in zijn algemeenheid geldt dat:

  1. bij afwezigheid of verhindering van de secretaris van de algemene raad, de plaatsvervangend algemeen secretaris de secretaris van de algemene raad vervangt;
  2. bij afwezigheid of verhindering van de plaatsvervangend algemeen secretaris, een manager de plaatsvervangend algemeen secretaris vervangt;
  3. bij afwezigheid of verhindering van een manager, de managers elkaar onderling vervangen.

Paragraaf 2 Volmacht en machtiging in privaatrechtelijke aangelegenheden

Artikel 2.1 Machtiging

Voor toepassing van paragraaf 2 van dit besluit wordt onder volmacht ook begrepen het op grond van machtiging verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2.2 Volmacht algemeen secretaris, lid van de algemene raad en vervanging

  1. De secretaris van de algemene raad is zelfstandig bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten rechtshandelingen inzake operationele activiteiten en ter uitvoering van beleid te verrichten, waarvan het belang of de waarde een bedrag van € 150.000,- inclusief btw niet te boven gaat.
  2. De secretaris van de algemene raad is zelfstandig bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten (meerjarige) arbeidsovereenkomsten te sluiten en overige rechtshandelingen betreffende arbeidsovereenkomsten te verrichten, ongeacht het belang of de waarde hiervan. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin is de secretaris van de algemene raad niet bevoegd ter zake van arbeidsovereenkomsten waarop de Wet normering topinkomens van toepassing is.
  3. De secretaris van de algemene raad en één lid van de algemene raad zijn gezamenlijk bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten rechtshandelingen te verrichten, waarvan het belang of de waarde een bedrag van € 500.000,- inclusief btw niet te boven gaat.
  4. Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris van de algemene raad is de plaatsvervangend algemeen secretaris zelfstandig bevoegd de in het eerste, tweede en derde lid en de in artikel 2.6, tweede lid, genoemde bevoegdheden van de secretaris van de algemene raad uit te oefenen.
  5. Bij afwezigheid of verhindering van zowel de secretaris van de algemene raad als de plaatsvervangend algemeen secretaris zijn de deken en de waarnemend deken van de algemene raad ieder zelfstandig bevoegd de in het vierde lid genoemde bevoegdheden van de plaatsvervangend algemeen secretaris uit te oefenen.

Artikel 2.3 Volmacht plaatsvervangend algemeen secretaris en managers

De plaatsvervangend algemeen secretaris en de managers zijn ieder zelfstandig bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten rechtshandelingen te verrichten, waarvan het belang of de waarde een bedrag van € 5.000,- inclusief btw niet te boven gaat.

Artikel 2.4 Volmacht voorzitter van het college van toezicht en waarnemend deken

  1. De voorzitter van het college van toezicht is zelfstandig bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten ten behoeve van het college van toezicht rechtshandelingen te verrichten, waarvan het belang of de waarde een bedrag van € 50.000,- inclusief btw niet te boven gaat en waarvan de verbintenissen de duur van één jaar niet overstijgen.
  2. De voorzitter van het college van toezicht en de waarnemend deken zijn gezamenlijk bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten ten behoeve van het college van toezicht rechtshandelingen te verrichten, waarvan de verbintenissen de duur van drie jaren niet overstijgen en waarvan het jaarlijkse belang of de jaarlijkse waarde een bedrag van € 20.000,- inclusief btw niet te boven gaat.

Artikel 2.5 Volmacht secretaris-directeur van het college van toezicht

De secretaris van het college van toezicht is zelfstandig bevoegd om voor en namens de Nederlandse orde van advocaten ten behoeve van het college van toezicht rechtshandelingen te verrichten, waarvan het belang of de waarde een bedrag van € 5.000,- inclusief btw niet te boven gaat.

Artikel 2.6 Volmacht stafjuristen en juridisch medewerkers

  1. Aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers wordt ieder afzonderlijk volmacht verleend voor het vertegenwoordigen van de Nederlandse orde van advocaten en haar organen in rechte en het verrichten van handelingen daaromtrent.
  2. De secretaris van de algemene raad is zelfstandig bevoegd om schriftelijke verklaringen te verstrekken waaruit blijkt dat aan de stafjuristen en de juridisch medewerkers de in het eerste lid genoemde volmacht is verleend.

Artikel 2.7 Daden van beschikking

De in dit besluit opgenomen volmachten strekken zich uit tot alle daden, inclusief daden van beschikking.

Paragraaf 3 Overgangsbepalingen

Artikel 3.1 Overgangsbepaling beroepsopleiding

  1. De artikelen 5, 6 en 8 van het Mandaatbesluit AR, zoals deze artikelen luidden op 31 oktober 2021, blijven van toepassing op verzoeken van stagiaires die uiterlijk in september 2020 de beroepsopleiding advocaten aanvingen en met ingang van 1 oktober 2020 zonder onderbreking op het tableau staan ingeschreven.
  2. In afwijking van het bepaalde in de aanhef van de artikelen 5 en 6 van het Mandaatbesluit AR, zoals deze artikelen luidden op 31 oktober 2021, geldt dat niet aan de secretaris van de algemene raad maar aan de manager juridische en bestuurlijke zaken mandaat wordt verleend voor het nemen van deze besluiten en het verrichten van overige handelingen die hiermee verband houden.
  3. In afwijking van het bepaalde in de aanhef van artikel 8 van het Mandaatbesluit AR, zoals dit artikel luidde op 31 oktober 2021, geldt dat niet aan de secretaris van de algemene raad maar aan de manager toetsen van de uitvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 3.24 van de Verordening op de advocatuur, mandaat wordt verleend voor het nemen van deze besluiten en het verrichten van overige handelingen die hiermee verband houden.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Intrekking van besluiten en leidraad

Het Mandaatbesluit AR, het Mandaatbesluit AS, het Procuratiebesluit NOvA januari 2023, het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur NOvA en de Leidraad klachtbehandeling NOvA worden ingetrokken.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Artikel 4.3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging NOvA.