Procedure tot vrijstelling BA [Historische versie; geldig 01-01-2015 - 31-01-2016]

Procedure tot vrijstelling Beroepsopleiding Advocaten

A. ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN BETROKKEN ACTOREN

De gemandateerde medewerker NOvA:

Een medewerker van de NOvA, die tevens secretaris van de SBA is, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met verzoeken tot vrijstellingen ex artikel 3.18 van de Verordening op de advocatuur , en artikel 3.20 van de Verordening op de advocatuur. De medewerker zorgt voor afhandeling van het vrijstellingsverzoek resulterend in een concrete beslissing. Indien de aard van het verzoek daartoe aanleiding geeft, wint de betreffende medewerker advies in bij de examencommissie bij verzoeken voor vrijstelling voor het volgen van onderwijs ex artikel 3.18 van de Verordening op de advocatuur . Aan de examencommissie kan bijvoorbeeld advies worden gevraagd indien het vrijstellingsverzoek met zich meebrengt dat de inhoud en het niveau van vakken met elkaar vergeleken moet worden. Als advies gevraagd gaat worden, wordt dit meegedeeld aan de aanvrager. De betreffende medewerker van de NOvA kan van dit advies afwijken.

De algemene raad:

De algemene raad draagt eindverantwoordelijkheid voor het vrijstellingenbeleid. De algemene raad wordt gevraagd om instemming wanneer de medewerker van de NOvA besluit het advies van de examencommissie niet over te nemen en het een afwijzing van het verzoek tot vrijstelling betreft. 

B. TERMIJNEN AANVRAAG EN BEHANDELING VERZOEK TOT VRIJSTELLING

Advocaat-stagiaires dienen schriftelijk (per post) een verzoek tot vrijstelling in te dienen bij de Nederlandse orde van advocaten, onder vermelding van ‘Verzoek vrijstelling’. Het adres:

Neuhuyskade 94

Postbus 30851

2500 GW Den Haag

Vooropgesteld wordt dat de advocaat-stagiaire een aanwezigheidsplicht heeft voor de eerste ronde van het onderwijs (op grond van artikel 3.17, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur . Doet hij dat niet, dan verliest hij daarvoor een toetskans (artikel 3.17, derde lid, van de Verordening op de advocatuur ). Daarnaast heeft de advocaat-stagiaire pas toegang tot de toets als hij zijn aanwezigheidsverplichting heeft vervuld (artikel 3.19, derde lid, van de Verordening op de advocatuur). De beslistermijn en beroepsprocedure zouden in totaal meer dan een half jaar kunnen duren. Als de advocaat-stagiaire van zijn vrijstelling zeker wil zijn, dan dient hij het verzoek om vrijstelling in zodra hij weet dat hij daarvoor in aanmerking zou kunnen komen. De advocaat-stagiaire is verplicht het desbetreffende onderwijs van de beroepsopleiding advocaten te volgen totdat de beschikking inzake het vrijstellingsverzoek verleend is.

Voor de beslistermijn en de rechtsbescherming is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De maximale beslistermijn die kan worden genoemd is 16 weken (8 weken formeel, en een eenmalige verlenging van 8 weken). De ontvangst van een vrijstellingsverzoek wordt bevestigd door de gemandateerde medewerker NOvA en bevat de datum waarop de ontvanger de beschikking kan verwachten. Indien niet tijdig op een vrijstellingsverzoek wordt beschikt, wordt deze van rechtswege verleend op grond van artikel 28, eerste lid, van de Dienstenwet.

Bent u het met het besluit niet eens en bent u belanghebbende, dan kunt u tegen het besluit binnen zes weken na dagtekening een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse orde van advocaten, t.a.v. de sector juridische en bestuurlijke zaken, postbus 30851, 2500 GW, Den Haag of per e-mail via jz@advocatenorde.nl onder vermelding van bezwaar Awb. Het verweer wordt gevoerd door de een medewerker van juridische en bestuurlijke zaken , in overleg met de portefeuillehouder opleiding van de algemene raad. 

C. BENODIGDE INFORMATIE M.B.T. AANVRAAG

- NAW gegevens aanvrager

- (verwachte) datum beëdiging, naam patroon, inschrijving op het tableau

- Omschrijving van vak(ken)/cursusonderdeel (-onderdelen)

- Uitleg van advocaat-stagiaire over het beschikken van de juiste kennis door middel van:

1) vermelding van gevolgde opleiding(en) of cursus(sen) of werkverklaring onder vermelding van de aard van de werkzaamheden (in beide gevallen bewijs bijvoegen, niet ouder dan drie jaar),

2) duidelijke en goede onderbouwing voor vrijstellingsverzoek.