Besluit van het college van afgevaardigden van 6 april 2022 houdende de wijziging van de Verordening op de advocatuur in verband met deelname van de gespreksleider aan de kwaliteitstoetsen en de opleidingspunten bij zwangerschap (Wijzigingsverordening vakbekwaamheid 2022)
Memorie van toelichting
I. Algemeen
Dit voorstel brengt een wijziging in de regelgeving van de vakbekwaamheid voor de verplichting uit hoofde van de kwaliteitstoetsen en uit hoofde van de opleidingspunten.
Aanleiding
In de huidige regelgeving is uitgegaan van de situatie dat de gespreksleider niet deelneemt aan de kwaliteitstoetsen. Dat wordt als een gemis ervaren. De ervaring is dat de gespreksleider wel meedoet aan de intervisiesessies, daarvan onderdeel uitmaakt en bij kan dragen aan de kwaliteit van de intervisiesessies. Als gevolg van de huidige regelgeving kiezen advocaten minder snel voor de vorm intervisie. Eerder wordt gekozen voor de vorm gestructureerd intercollegiaal overleg, waarbij de begeleider wel deelneemt aan de kwaliteitstoetsen. Dat is een neveneffect, hetgeen bij de invoering niet was voorzien. Ook blijkt dat de begeleiding door de gespreksleider veelal extern wordt verzorgd. Als de gespreksleider wel deelneemt aan de kwaliteitstoetsen, zal de begeleiding eerder door advocaten intern worden opgepakt. Door de regelgeving aan te passen wordt voorzien in een leemte en mogelijk meer gekozen voor intervisie en interne gespreksleiders.
Alleen in geval van langdurige zieke kan in de huidige regelgeving een beroep worden gedaan op vermindering van het aantal per jaar te behalen opleidingspunten. Dat niet ook een regeling is opgenomen voor afwezigheid wegens zwangerschap, is een leemte. Door te bepalen dat de naar rato regeling van artikel 4.4. derde lid van toepassing is bij afwezigheid door zwangerschap, wordt bereikt dat rekening wordt gehouden met een (langdurige) afwezigheid van 16 weken door zwangerschapsverlof. Hiermee wordt voorzien in een leemte in de regelgeving.
Wijzigingen in de regelgeving
In artikel 4.3a is de regeling voor de kwaliteitstoetsen opgenomen. Voorgesteld wordt om in dat artikel op te nemen dat de gespreksleider ook deelneemt aan de kwaliteitstoetsen. De advocaat kan dan kiezen om als deelnemer aan de intervisiesessies deel te nemen of als gespreksleider, als hij daarvoor is aangesteld.
Artikel 4.7 van de Voda bepaalt dat advocaten bij langdurige afwezigheid wegens ziekte kunnen verzoeken om vermindering van het aantal te behalen opleidingspunten per jaar. Als de ziekte van een advocaat ertoe leidt dat hij de praktijk langer dan zes maanden in het geheel niet uitoefent, kan hij verzoeken om de opleidingsverplichtingen van artikel 4.4, eerste en tweede lid van de Voda (20 opleidingspunten en 10 opleidingspunten rechtsgebiedenregister) op hem niet van toepassing te laten zijn. Bij hervatting van de praktijk wordt het aantal te behalen opleidingspunten naar rato verminderd overeenkomstig artikel 4.4, derde lid, van de Voda en een inhaalverplichting vastgesteld afhankelijk van de duur van de afwezigheid. Een vergelijkbare regeling is er niet voor afwezigheid vanwege zwangerschap. Voorgesteld wordt voor afwezigheid vanwege zwangerschap te bepalen dat de naar rato regeling van artikel 4.4. derde lid van toepassing is, maar (gelet op de beperkte afwezigheid) niet de inhaalverplichting. Als het zwangerschapsverlof wordt opgenomen verspreid over twee kalenderjaren, kan voor beide jaren een beroep gedaan worden op de naar rato regeling afhankelijk van de duur van de afwezigheid in het betreffende jaar.
De wijzigingen van de Verordening zijn, met vergelijk met de huidige tekst, als volgt.
(A) Artikel 4.3a wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst | Nieuwe tekst |
Artikel 4.3a Kwaliteitstoetsen 1. Een advocaat is verplicht ieder kalenderjaar, en voor het eerst het kalenderjaar volgend op de onvoorwaardelijke inschrijving op het tableau, deel te nemen aan kwaliteitstoetsen door:
2. De algemene raad stelt nadere regels over:
| Artikel 4.3a Kwaliteitstoetsen 1. Een advocaat is verplicht ieder kalenderjaar, en voor het eerst het kalenderjaar volgend op de onvoorwaardelijke inschrijving op het tableau, deel te nemen aan kwaliteitstoetsen door: a. intervisie ofwel onder begeleiding van een gespreksleider ofwel als gespreksleider die is aangewezen als deskundige als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Advocatenwet, gedurende ten minste acht uur per jaar, met ten minste twee uur en ten hoogste vier uur aaneengesloten per dag; of b. peer review door een reviewer die is aangewezen als deskundige als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Advocatenwet, gedurende ten minste vier uur per jaar, met ten minste twee uur en ten hoogste vier uur aaneengesloten per dag. 2. De algemene raad stelt nadere regels over: a. de vereisten aan intervisie en peer review; en b. de vereisten aan de aanwijzing, de intrekking van de aanwijzing en de registratie van gespreksleiders en reviewers. |
(B) Artikel 4.7 wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst | Nieuwe tekst |
Artikel 4.7 Langdurige ziekte1. Indien een advocaat de praktijk meer dan zes maanden niet heeft uitgeoefend in verband met ziekte kan hij een beroep doen op toepassing van het tweede tot en met vierde lid. 2. Artikel 4.4, eerste en tweede lid, is niet van toepassing zo lang de advocaat de praktijk niet uitoefent. Artikel 4.5 is niet van toepassing op een tekort aan opleidingspunten ontstaan voordat het onderhavige derde en vierde lid van toepassing werden. 3. Op het moment dat de advocaat de praktijkuitoefening geheel of gedeeltelijk hervat: - vijf opleidingspunten indien de advocaat minder dan twaalf maanden de praktijk niet heeft uitgeoefend; - tien opleidingspunten indien de advocaat twaalf maanden of meer maar minder dan vierentwintig maanden de praktijk niet heeft uitgeoefend; - twintig opleidingspunten indien de advocaat meer dan vierentwintig maanden de praktijk niet heeft uitgeoefend. 4. Indien een advocaat in het kalenderjaar waarin hij de praktijkuitoefening geheel of gedeeltelijk hervat minder dan zes maanden de praktijk uitoefent, is artikel 4.4, tweede lid, niet van toepassing in dat kalenderjaar. 5. Een advocaat kan binnen vier weken nadat hij de praktijk geheel of gedeeltelijk heeft hervat de raad van de orde verzoeken om gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het derde lid, onderdeel b, waarbij hij aantoont dat hij voldoende actuele kennis heeft van de voor zijn praktijk relevante rechtsgebieden. De raad van de orde kan aan de vrijstelling voorwaarden verbinden. | Artikel 4.7 Langdurige ziekte of zwangerschap1. Indien een advocaat de praktijk meer dan zes maanden niet heeft uitgeoefend in verband met ziekte kan hij een beroep doen op toepassing van het tweede tot en met het vierde lid. 2. Artikel 4.4, eerste en tweede lid, is niet van toepassing zo lang de advocaat de praktijk niet uitoefent. Artikel 4.5 is niet van toepassing op een tekort aan opleidingspunten ontstaan voordat het onderhavige derde en vierde lid van toepassing werden. 3. Op het moment dat de advocaat de praktijkuitoefening geheel of gedeeltelijk hervat: - vijf opleidingspunten indien de advocaat minder dan twaalf maanden de praktijk niet heeft uitgeoefend; - tien opleidingspunten indien de advocaat twaalf maanden of meer maar minder dan vierentwintig maanden de praktijk niet heeft uitgeoefend; - twintig opleidingspunten indien de advocaat meer dan vierentwintig maanden de praktijk niet heeft uitgeoefend. 4. Indien een advocaat in het kalenderjaar waarin hij de praktijkuitoefening geheel of gedeeltelijk hervat minder dan zes maanden de praktijk uitoefent, is artikel 4.4, tweede lid, niet van toepassing in dat kalenderjaar. 5. Een advocaat kan binnen vier weken nadat hij de praktijk geheel of gedeeltelijk heeft hervat de raad van de orde verzoeken om gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het derde lid, onderdeel b, waarbij hij aantoont dat hij voldoende actuele kennis heeft van de voor zijn praktijk relevante rechtsgebieden. De raad van de orde kan aan de vrijstelling voorwaarden verbinden. 6. Indien een advocaat in verband met zwangerschap ten minste 16 weken de praktijk niet heeft uitgeoefend is artikel 4.4, derde lid, van toepassing. |
Administratieve lasten
De mogelijkheid voor de gespreksleider om de begeleiding van de intervisiesessies ook mee te laten tellen voor de verplichting deel te nemen aan de kwaliteitstoetsen, heeft in ieder geval een tijdsbesparing tot gevolg. In het geval kosten in rekening worden gebracht voor deelname aan de kwaliteitstoetsen, levert dit ook een kostenbesparing op.
Als het aantal te behalen opleidingspunten per jaar verminderd vanwege afwezigheid door zwangerschap, heeft dat een kosten- en tijdsbesparing tot gevolg.
Adviezen
De algemene raad heeft adviezen ingewonnen bij de raad van advies en de adviescommissie regelgeving op grond van de Advocatenwet en Verordening op de advocatuur. Daarnaast is de dekens verzocht een toezicht- en handhaafbaarheidstoets uit te voeren.
De adviezen waren als volgt.
Raad van advies
De raad van advies heeft in zijn vergadering van 23 februari 2022 positief geadviseerd over de Wijzigingsverordening vakbekwaamheid 2022 en afgezien van schriftelijke advisering.
Adviescommissie regelgeving
De adviescommissie regelgeving heeft op 4 maart 2022 schriftelijk gereageerd over de Wijzigingsverordening vakbekwaamheid 2022. De commissie is positief over de voorgestelde wijzigingen in de Wijzigingsverordening vakbekwaamheid 2022. Ten aanzien van de toelichting wordt gesuggereerd om daarin nog het kwaliteitsaspect te betrekken met betrekking tot de deelname van de gespreksleider intervisie aan de intervisiesessies en dit na verloop van tijd te evalueren. De suggestie is overgenomen en dit kwaliteitsaspect zal worden betrokken in de evaluatie van de kwaliteitstoetsen.
Toezicht en handhaafbaarheidstoets
De dekens hebben een toezicht- en handhavingstoets uitgevoerd. Daaruit is het volgende ingebracht.
De wijziging voor wat betreft de gespreksleider zal niet leiden tot consequenties voor de handhaving. Invoering van de regelgeving met ingang van 1 juli 2022 is voor het toezicht niet bijzonder lastig.
Met betrekking tot het voorstel afwezigheid wegens zwangerschap in aanmerking te laten komen voor vermindering van jaarlijks aantal te behalen opleidingspunten, hebben de dekens voorgesteld in het kader van de handhaving niet ook een inhaalverplichting te bepalen gelijk als bij afwezigheid bij ziekte, maar alleen de naar rato regeling. Dit voorstel is overgenomen.
Tijdspanne
Het voornemen is de Wijzigingsverordening vakbekwaamheid 2022 in werking te laten treden, met ingang van 1 juli 2022. Om deze reden wordt dit voorstel geagendeerd voor de vergadering van het college van afgevaardigden van 6 april 2022.
Interne en externe communicatie
Na vaststelling wordt de Wijzigingsverordening gepubliceerd in de Staatscourant. Voorts wordt hieraan aandacht gegeven in de Orde-nieuwsbrief en op de website van de Nederlandse orde van advocaten.
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
Wijzigt de Verordening op de advocatuur.
Onderdeel A (artikel 4.3a)
De verplichting die in dit artikel wordt beschreven omvat de verplichting aan advocaten om ieder jaar deel te nemen aan kwaliteitstoetsen door intervisie of peer review. Bij intervisie kan de advocaat als deelnemer deelnemen aan de kwaliteitstoetsen of als gespreksleider van de intervisiesessies. In beide hoedanigheden heeft de advocaat, bij een deelname van in totaal acht uur per jaar, voldaan aan de verplichting van de kwaliteitstoetsen.
Onderdeel B (artikel 4.7)
Gelijk als bij langdurige ziekte kan een advocaat die door zwangerschapsverlof de praktijk minstens zestien weken niet heeft uitgeoefend, een beroep doen op toepassing van artikel 4.7.
Afhankelijk van de duur van de afwezigheid kan in lijn met artikel 4.4. derde lid, de naar rato regeling worden toegepast.
Artikel 2
Dit artikel regelt de inwerkingtreding.
Artikel 3
Dit artikel regelt de citeertitel.