Wijziging van de Beleidsregel detachering, de Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland en de Beleidsregel onderwijs en toetsen BA

AfdrukkenOpslaan als PDF

Besluit van de algemene raad van 21 december 2020 houdende wijziging van de Beleidsregel detachering, de Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland en de Beleidsregel onderwijs en toetsen BA vanwege het op een andere wijze vaststellen van aanvraagformulieren en de implementatie van de Verzamelverordening 2020

 

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,

 

gelet op de artikelen 9c, tweede lid, en 12, derde en vierde lid, van de Advocatenwet;

gelet op artikel 3.19, zesde lid, van de Verordening op de advocatuur;

gelet op de artikelen 4:4 en 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

stelt de navolgende beleidsregel vast:

 

Artikel I

 

De Beleidsregel detachering wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  1. In het eerste lid vervalt “door middel van het in bijlage 1 opgenomen formulier verzoek ontheffing detachering”.
  2. In het tweede lid, wordt de zinsnede “bijlage 2” vervangen door “bijlage 1”.

 

B

 

  1. Bijlage 1 formulier verzoek ontheffing detachering vervalt.
  2. Bijlage 2 wordt vernummerd tot Bijlage 1.

 

C

 

In de toelichting van artikel 3 wordt de volzin “De algemene raad heeft een formulier vastgesteld, zodat de aanvraag wordt vereenvoudigd. Dit formulier ‘verzoek ontheffing detachering’ (bijlage 1) bevat vragen betreffende alle benodigde gegevens die voor de beoordeling van de aanvraag nodig zijn.” vervangen door de volzin “De advocaat kan gebruik maken van een aanvraagformulier, zodat de aanvraag met daarbij alle benodigde gegevens wordt vereenvoudigd.”

 

Artikel II

 

De Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 3, eerste lid, vervalt “door middel van het in bijlage 1 opgenomen formulier verzoek ontheffing kantoorhouden buiten Nederland”.

 

B

 

Bijlage 1 formulier verzoek ontheffing kantoorhouden buiten Nederland vervalt.

 

C

 

In de toelichting van artikel 3 wordt de volzin “De algemene raad heeft een formulier vastgesteld, zodat de aanvraag wordt vereenvoudigd. Dit formulier ‘verzoek ontheffing kantoorhouden buiten Nederland’ (bijlage 1) vraagt naar alle benodigde gegevens die voor de beoordeling van de aanvraag nodig zijn.” vervangen door de volzin “De advocaat kan gebruik maken van een aanvraagformulier, zodat de aanvraag met daarbij alle benodigde gegevens wordt vereenvoudigd.”

 

Artikel III

 

De Beleidsregel onderwijs en toetsen BA komt te luiden als volgt:

 

A

 

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,

 

gelet op artikel 9c van de Advocatenwet;

gelet op de artikelen 3.17, vijfde lid, 3.18, 3.19, negende lid, 3.20, van de Verordening op de advocatuur;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

stelt het navolgende besluit vast:

 

Paragraaf 1 Bepalingen BA

 

Artikel 1 Reikwijdte van de beleidsregel onderwijs en toetsen BA

Deze beleidsregel is van toepassing op de advocaat die op grond van artikel 9c van de Advocatenwet de opleiding voor stagiaires moet volgen.

 

Artikel 2 Uitleg wettelijke voorschriften

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

examen: de afsluiting van de beroepsopleiding advocaten, bedoeld in artikel 9c, eerste lid, van de Advocatenwet, die bestaat uit meerdere onderdelen;

hardheidsclausule: de mogelijkheid af te wijken in gevallen waarin toepassing van de desbetreffende bepaling zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard;

toets: een onderdeel van het examen.

 

Artikel 3 Termijn verzoek hardheidsclausule

De stagiaire verzoekt tot toepassing van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 3.19, zesde lid, van de Verordening op de advocatuur, uiterlijk vier weken na de desbetreffende toetsgelegenheid.

 

Paragraaf 2 Bepalingen voor de stagiaire gestart met de BA vóór 1 maart 2021

 

Artikel 4 Reikwijdte paragraaf

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op de advocaat die uiterlijk in september 2020 de beroepsopleiding advocaten aanvangt en met ingang van 1 oktober 2020 zonder onderbreking op het tableau staat ingeschreven en ingevolge daarvan een beroep doet op artikel 9.2a van de Verordening op de advocatuur.

 

Artikel 5 Termijn verzoek vrijstelling onderwijs en toets

  1. De stagiaire verzoekt vrijstelling deelname onderwijs als bedoeld in artikel 3.18, eerste lid van de Verordening op de advocatuur, uiterlijk vier weken na aanvang van het desbetreffende onderwijs.
  2. De stagiaire verzoekt vrijstelling van de toets als bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur, uiterlijk zes weken voor de desbetreffende eerste toetsgelegenheid.

 

Artikel 6 Weigering van de vrijstelling

  1. De algemene raad weigert de vrijstelling deelname onderwijs in ieder geval indien:
  2. de stagiaire het verzoek indient later dan vier weken na aanvang van het desbetreffende onderwijs;
  3. de stagiaire verzoekt om vrijstelling deelname onderwijs voor de vakken vaardigheden, schriftelijke vaardigheden, inclusief argumentatieleer, en beroepsattitude & beroepsethiek;
  4. de stagiaire verzoekt om vrijstelling voor een deel van het onderwijs; of
  5. de stagiaire reeds het gehele onderwijs heeft gevolgd.
    1. De algemene raad weigert de vrijstelling toets in ieder geval indien:
    2. de stagiaire het verzoek indient later dan vier weken voorafgaand aan de desbetreffende toets;
    3. de stagiaire verzoekt om vrijstelling toets voor de vakken vaardigheden, schriftelijke vaardigheden, inclusief argumentatieleer, en beroepsattitude & beroepsethiek;
    4. het voor de stagiaire niet de eerste toetsgelegenheid is van het desbetreffende vak; of
    5. de stagiaire reeds een onvoldoende resultaat heeft behaald voor de desbetreffende toets.

 

Artikel 7 Verlening van de vrijstelling

  1. De algemene raad verleent de vrijstelling deelname onderwijs in ieder geval indien:
  2. de stagiaire verzoekt om vrijstelling deelname onderwijs voor een volledig cognitief vak; en
  3. de stagiaire beschikt over de aan de beroepsopleiding advocaten gelijkwaardige theoretische en praktische bekwaamheid, bedoeld in artikel 3.18, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur, inhoudende dat:

-       aan de toetstermen, neergelegd in de vakbeschrijving van het vak waarvoor een vrijstelling wordt gevraagd, is voldaan;

-       de bekwaamheid niet langer dan drie jaren vóór de beëdiging is verworven; en

-       de bekwaamheid is opgedaan vanuit een partijdige invalshoek.

  1. De algemene raad verleent de vrijstelling toets uitsluitend indien:
  2. de stagiaire verzoekt om vrijstelling toets voor een cognitief vak;
  3. het de eerste toetsgelegenheid is voor het desbetreffende vak;
  4. de stagiaire voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b; en
  5. de stagiaire beschikt over recente diepgaande relevante theoretische bekwaamheid, blijkende uit:

-       behaald diploma of certificaat van een toets waarvan het niveau vergelijkbaar is met dat van de betreffende toets in de beroepsopleiding advocaten, behaald niet langer dan drie jaren voor de eerste toetsgelegenheid; of

-       fundamenteel onderzoek, gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften of vakbladen, gepubliceerd niet langer dan drie jaren voor de beëdiging.

 

Paragraaf 3 slotbepalingen

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 februari 2016.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel onderwijs en toetsen BA.

 

B

 

  1. Bijlage 1 formulier verzoek vrijstelling onderwijs of toets vervalt.
  2. Bijlage 2 formulier verzoek hardheidsclausule BA vervalt.

 

Artikel IV

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt dit besluit terug tot en met 1 januari 2021.