Wijzigingsbesluit mandaat AS 2017

AfdrukkenOpslaan als PDF

Besluit van de secretaris van de algemene raad van 18 december 2017 houdende de wijziging van het Mandaatbesluit AS 2015 in verband met de organisatorische herindeling binnen het bureau (Wijzigingsbesluit mandaat AS 2017)



De secretaris van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

verklaart in te stemmen met het Wijzigingsbesluit mandaat AR 2017;

stelt het volgende besluit vast:

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit AS 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Besluit van de secretaris van de algemene raad van 31 augustus 2015, gewijzigd per 1 april 2016 door middel van het Wijzigingsbesluit mandaat AS 2016, houdende de verlening van (onder)mandaat, volmacht en machtiging (Mandaatbesluit AS 2015)

Besluit van de algemene raad van 31 augustus 2015 houdende de verlening van (onder)mandaat, volmacht en machtiging (Mandaatbesluit AS 2015)

B

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1 Besluiten op grond van Advocatenwet, Verordening en Regeling

Artikel 1 Besluiten op grond van Advocatenwet, Verordening en Regeling

  

Aan het hoofd juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

Aan de manager juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

a.

verzoeken van de raden van de orde aan de algemene raad goedkeuring te verlenen aan een stageverkorting als bedoeld in artikel 9b, tweede lid, van de Advocatenwet;

a.

verzoeken van de raden van de orde aan de algemene raad goedkeuring te verlenen aan een stageverkorting als bedoeld in artikel 9b, tweede lid, van de Advocatenwet;

b.

de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 2.28, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;

b.

de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 2.28, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;

c.

de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 3.16, vijfde lid, van de Verordening op de advocatuur;

c.

de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 3.16, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;

d.

verzoeken inzake vrijstelling deelname aan onderwijs beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.18, eerste en vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;

d.

verzoeken inzake vrijstelling deelname aan onderwijs beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.18, eerste en vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;

e.

verzoeken inzake vrijstelling afleggen van toetsen beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.20, eerste en tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;

e.

verzoeken inzake vrijstelling afleggen van toetsen beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.20, eerste en tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;

f.

verzoeken inzake toelating tot toetsen beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur;

f.

verzoeken inzake toelating tot toetsen beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur;

g.

opleggen van alternatieve maatregelen als bedoeld in artikel 9.1, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur zulks ter afronding van de beroepsopleiding ingevolge de Stageverordening 2005;

g.

opleggen van alternatieve maatregelen als bedoeld in artikel 9.1, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur zulks ter afronding van de beroepsopleiding ingevolge de Stageverordening 2005;

h.

de vaststelling van andere opleidingsmaatregelen dan bedoeld in artikel 11 van de Stageverordening 2005 ingevolge artikel 9.1, derde lid, van de Verordening op de advocatuur;

h.

de vaststelling van andere opleidingsmaatregelen dan bedoeld in artikel 11 van de Stageverordening 2005 ingevolge artikel 9.1, derde lid, van de Verordening op de advocatuur;

i.

onderzoeken naar het afsluitend examen en de verworven beroepservaring en het eisen van een proeve van bekwaamheid of aanvullende examens, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Advocatenwet;

i.

onderzoeken naar het afsluitend examen en de verworven beroepservaring en het eisen van een proeve van bekwaamheid of aanvullende examens, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Advocatenwet;

j.

verzoeken tot erkenning van een beroepskwalificatie als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties advocatuur;

j.

verzoeken tot erkenning van een beroepskwalificatie als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties advocatuur;

k.

de kennisgeving, bedoeld in artikel 8c, vijfde lid, van de Advocatenwet, inzake schrapping van het tableau na drie jaar voorwaardelijk als advocaat ingeschreven te hebben gestaan;

k.

de kennisgeving, bedoeld in artikel 8c, zesde lid, van de Advocatenwet, inzake schrapping van het tableau na drie jaar voorwaardelijk als advocaat ingeschreven te hebben gestaan;

l.

verzoeken, bedoeld in artikel 9j, zesde lid, van de Advocatenwet, inzake vrijstelling van het vereiste dat een advocaat bij de Hoge Raad onvoorwaardelijk is ingeschreven op het tableau;

l.

verzoeken, bedoeld in artikel 9j, zesde lid, van de Advocatenwet, inzake vrijstelling van het vereiste dat een advocaat bij de Hoge Raad onvoorwaardelijk is ingeschreven op het tableau;

m.

verzoeken inzake ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden vanwege vestiging buiten Nederland als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet;

 

m. verzoeken inzake ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden vanwege vestiging buiten Nederland als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet;

n.

verzoeken inzake ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden vanwege detachering als bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de Advocatenwet;

n.

verzoeken inzake ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden vanwege detachering als bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de Advocatenwet;

o.

verzoeken tot openbaarmaking van informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur;

o.

verzoeken tot openbaarmaking van informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur;

p.

verzoeken tot erkenning als opleidingsinstelling als bedoeld in de artikelen 17, eerste lid, en 18, eerste en tweede lid, van de Regeling op de advocatuur;

p.

verzoeken tot erkenning als opleidingsinstelling als bedoeld in de artikelen 16, eerste lid, en 17, eerste en tweede lid, van de Regeling op de advocatuur;

q.

de intrekking van de erkenning als opleidingsinstelling, bedoeld in artikel 20 van de Regeling op de advocatuur;

 

q. de intrekking van de erkenning als opleidingsinstelling, bedoeld in artikel 19 van de Regeling op de advocatuur;

r.

verzoeken tot vrijstelling als bedoeld in de artikelen 4.9, tweede lid, en 4.11, derde lid, van de Verordening op de advocatuur;

r.

verzoeken tot vrijstelling als bedoeld in de artikelen 4.9, tweede lid, en 4.11, derde lid, van de Verordening op de advocatuur;

  

s.

het verlengen van de periode met ten hoogste twaalf maanden, bedoeld in artikel 4.11, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur.

C

De aanhef van artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Aan het hoofd financiën wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

Aan de manager financiën en organisatie wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

D

Artikel 6, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

2. Aan het hoofd juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met verzoeken tot inschrijving op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten als bedoeld in artikel 16h van de Advocatenwet.

2. Aan de manager juridische en bestuurlijke zaken wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met verzoeken tot inschrijving op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten als bedoeld in artikel 16h van de Advocatenwet.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

ARTIKEL III

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit mandaat AS 2017.