R-10 Wijzigingsregeling kwaliteitstoetsen

AfdrukkenOpslaan als PDF

Wijzigingsregeling kwaliteitstoetsen

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

gelet op artikel 26 van de Advocatenwet;

gelet op artikelen 1.1, 4.3a, 4.3b en 4.4 van de Verordening op de advocatuur;

gezien het advies van de raad van advies;

gezien het advies van de adviescommissie regelgeving;

stelt de navolgende bepalingen vast:

ARTIKEL I

De Regeling op de advocatuur wordt gewijzigd als volgt:

A

Onder vernummering van Paragraaf 4.1 tot Paragraaf 4.1a Opleidingspunten, wordt na Hoofdstuk 4 Vakbekwaamheid een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 4.1 Kwaliteitstoetsen

Artikel 13a Vereisten aan vormen van kwaliteitstoetsen
  • 1.Intervisie als bedoeld in artikel 4.3a, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.intervisie vindt plaats in een groep van ten minste drie en ten hoogste tien advocaten;

    • b.de deelnemers zijn werkzaam op hetzelfde rechtsgebied of dezelfde rechtsgebieden;

    • c.deelnemende advocaten en de gespreksleider bespreken voorafgaand aan de intervisie de reikwijdte van de geheimhouding van hetgeen tijdens de intervisie wordt besproken;

    • d.de advocaten brengen ieder in één of meer dilemma’s of vragen over het eigen functioneren, de praktijkvoering of de praktijkuitoefening in; en

    • e.de gespreksleider bevestigt ieders deelname in een bewijs van deelname met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomen.

  • 2.Peer review als bedoeld in artikel 4.3a, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening voldoet aan volgende vereisten:

    • a.de peer review wordt uitgevoerd door een reviewer die werkzaam is op hetzelfde rechtsgebied of dezelfde rechtsgebieden als de gereviewde advocaat;

    • b.de advocaat en de reviewer reviewen elkaar niet over en weer;

    • c.de advocaat en de reviewer bespreken voorafgaand aan de review de reikwijdte van de geheimhouding van hetgeen tijdens de review wordt besproken of wordt ingezien;

    • d.voorafgaand aan de peer review voert de advocaat een zelfevaluatie uit ter voorbereiding op de review;

    • e.de review omvat ten minste vijf dossiers die door de reviewer worden geselecteerd in overleg met de advocaat;

    • f.de review wordt afgesloten door een gesprek tussen de reviewer en de advocaat; en

    • g.de reviewer bevestigt in een verslag dat peer review heeft plaatsgevonden met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomen.

Artikel 13b Vereisten aan gestructureerd intercollegiaal overleg

Gestructureerd intercollegiaal overleg, als bedoeld in artikel 4.3b van de Verordening voldoet aan de volgende vereisten:

  • a.gestructureerd intercollegiaal overleg vindt plaats in een groep van ten minste drie en ten hoogste tien advocaten;

  • b.voorafgaand aan ieder overleg wordt een deelnemer als begeleider aangewezen;

  • c.de advocaten en de begeleider zijn allen werkzaam op hetzelfde rechtsgebied of dezelfde rechtsgebieden;

  • d.de advocaten en de begeleider bespreken voorafgaand aan het overleg de reikwijdte van de geheimhouding van hetgeen tijdens het overleg wordt besproken;

  • e.de advocaten brengen ieder in één of meer vragen met betrekking tot de dagelijkse praktijkvoering; en

  • f.de begeleider bevestigt ieders deelname in een bewijs van deelname met een korte, niet inhoudelijke, omschrijving van hetgeen aan de orde is gekomen.

Artikel 13c Vereisten gespreksleider, reviewer en begeleider
  • 1.De gespreksleider, bedoeld in artikel 4.3a, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening, voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.de gespreksleider is academisch geschoold;

    • b.de gespreksleider heeft een cursus gevolgd op het gebied van gespreksleiding voor intervisie bestaande uit ten minste twee dagdelen en een terugkombijeenkomst; en

    • c.de gespreksleider heeft zich als zodanig geregistreerd bij de algemene raad.

  • 2.De reviewer, bedoeld in artikel 4.3a, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening, voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.de reviewer is meer dan zeven jaren als advocaat werkzaam;

    • b.de reviewer heeft aantoonbare specifieke deskundigheid op het rechtsgebied waarop hij de review doet;

    • c.de reviewer heeft een cursus gevolgd op het gebied van peer review bestaande uit ten minste twee dagdelen en een terugkombijeenkomst; en

    • d.de reviewer heeft zich als zodanig geregistreerd bij de algemene raad.

  • 3.De begeleider, bedoeld in artikel 4.3b, eerste lid, van de Verordening, is een advocaat.

B

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 14 Opleidingspuntwaardige activiteiten

1. De advocaat kan, ingevolge artikel 4.4, vierde lid, aanhef en onderdeel d, een opleidingspunt behalen door:

a. het schrijven van juridische adviezen voor een adviescommissie van de Nederlandse orde van advocaten, met ten hoogste een punt per advies;

b. het verrichten van werkzaamheden in een zaak als rechter-plaatsvervanger, arbiter of lid van de raad van discipline of het hof van discipline, met ten hoogste een punt per zaak in het jaar dat de zaak is beëindigd en ten hoogste vier punten per jaar;

c. deelname aan vormen van gestructureerde feedback, gedurende een uur, met ten hoogste vier punten per dag, indien aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, is voldaan;

d. deelname aan jurisprudentiebijeenkomsten, met ten hoogste vier punten per jaar;

e. het maken van toetsen voor de beroepsopleiding advocaten, met ten hoogste een punt per toets en vier punten per jaar;

f. aantoonbaar op vergelijkbare wijze de professionele kennis en kunde te onderhouden.

2. Voor gestructureerde feedback, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, in de vorm van intervisie kunnen punten behaald worden, indien:

a. deze plaatsvindt in een groep van ten minste drie en ten hoogste tien personen;

b. de deelnemers één of meer dilemma’s inbrengen;

c. de deelnemers de regels vaststellen voor de geheimhouding van hetgeen tijdens intervisie wordt besproken;

d. de intervisie plaatsvindt onder begeleiding van een gespreksleider;

e. de gespreksleider een cursus heeft gevolgd op het gebied van gespreksleiding voor intervisie bestaande uit minimaal twee dagdelen en een terugkombijeenkomst; en

f. de gespreksleider en de deelnemers een bewijs van deelname kunnen overleggen.

Artikel 14 Opleidingspuntwaardige activiteiten

De advocaat kan, ingevolge artikel 4.4, vierde lid, aanhef en onderdeel e, een opleidingspunt behalen door:

a. het schrijven van juridische adviezen voor een adviescommissie van de Nederlandse orde van advocaten, met ten hoogste een punt per advies;

b. het verrichten van werkzaamheden in een zaak als rechter-plaatsvervanger, arbiter of lid van de raad van discipline of het hof van discipline, met ten hoogste een punt per zaak in het jaar dat de zaak is beëindigd en ten hoogste vier punten per jaar;

c. deelname aan jurisprudentiebijeenkomsten, met ten hoogste vier punten per jaar;

d. het maken van toetsen voor de beroepsopleiding advocaten, met ten hoogste een punt per toets en vier punten per jaar;

e. aantoonbaar op vergelijkbare wijze de professionele kennis en kunde te onderhouden.

C

Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 15 Niet opleidingspuntwaardige activiteiten

De advocaat kan, ingevolge artikel 4.4, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Verordening, geen opleidingspunten behalen door:

a. het lidmaatschap van een van de organen van de Nederlandse orde van advocaten of de orde in het arrondissement;

b. het volgen van de beroepsopleiding advocaten;

c. deelname aan lokale activiteiten, bedoeld in artikel 3.10 van de Verordening, die uitsluitend in het kader van de stage worden georganiseerd.

Artikel 15 Niet opleidingspuntwaardige activiteiten

De advocaat kan, ingevolge artikel 4.4, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Verordening, geen opleidingspunten behalen door:

a. het lidmaatschap van een van de organen van de Nederlandse orde van advocaten of de orde in het arrondissement;

b. het volgen van de beroepsopleiding advocaten;

c. deelname aan lokale activiteiten, bedoeld in artikel 3.10 van de Verordening, die uitsluitend in het kader van de stage worden georganiseerd;

d. deelname aan gestructureerd intercollegiaal overleg.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van een door de algemene raad te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Deze regeling wordt aangehaald als: Wijzigingsregeling kwaliteitstoetsen.