Wijzigingsbesluit toelichting Voda 2024 - nr. 2

AfdrukkenOpslaan als PDF

Besluit van de algemene raad van 4 november 2024, inhoudende de wijziging van de toelichting op de Verordening op de advocatuur in verband met de periodieke actualisatie van regelgeving (Wijzigingsbesluit toelichting Voda 2024, nr. 2)

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

gelet op artikel 32, tweede lid, van de Advocatenwet;
gelet op de artikelen 2.19b, 2.26, 2.27, 3.6, 5.8, 6.28, 6.32, 7.1, 7.4 en 7.5 van de Verordening op de advocatuur;

gezien het advies van de adviescommissie regelgeving;

stelt de navolgende bepalingen vast:

ARTIKEL I

De toelichting bij de Verordening op de advocatuur wordt gewijzigd als volgt:

A


In de tweede alinea van paragraaf 2.2.1 Bijdragen aan de Nederlandse orde van advocaten wordt het begrip ‘hoofdelijke omslag’ gewijzigd naar ‘financiële bijdrage’.

B

In de toelichting op artikel 2.19b vervalt de vijfde alinea: “De leden van de (nieuwe) adviescommissie beroepsopleiding advocaten ontvangen vacatiegeld en reiskostenvergoeding (artikel 2.31)”.

C

In de tweede alinea van de toelichting op artikel 2.26 wordt het begrip ‘bruto-inkomen uit arbeid’ gewijzigd naar ‘het door de Belastingdienst geregistreerde inkomen’.

D

In de toelichting op artikel 2.27 wordt het begrip ‘bruto-inkomen’ gewijzigd naar ‘het door de Belastingdienst geregistreerde inkomen’.

E

In de toelichting op artikel 3.6, derde alinea, eerste zin, wordt de zinssnede “onderdelen d en e” gewijzigd naar “onderdelen d, e en f” en wijzigt de zinsnede “twee of meer stagiaires en” naar “twee stagiaires of”.

Ee

In de toelichting op artikel 3.6, derde alinea, vervalt de vierde zin “Indien meerdere stagiaires korter stage lopen dan een jaar, is dat een grond om goedkeuring te weigeren”.

Eee

In de toelichting op artikel 3.6, derde alinea, vijfde zin, wijzigt de verwijzing naar onderdeel f naar onderdeel g.

Eeee

In de toelichting op artikel 3.6, derde alinea, vervalt de achtste zin “Onderdeel h ziet op de aspecten van de stage die niet noodzakelijkerwijs de kwaliteiten van een patroon betreffen”.

Eeeee

In de toelichting op artikel 3.6, derde alinea, negende zin, wijzigt de verwijzing naar onderdeel g naar onderdeel h.

F

In de toelichting op artikel 5.8, vierde alinea, eerste zin, wijzigt de verwijzing naar het tweede lid naar het derde lid.

G

In de toelichting op artikel 6.28 wijzigt de tweede zin van de vierde alinea als volgt: “In alle gevallen treedt een andere advocaat dan over wie wordt geklaagd op als klachtenfunctionaris.”

Gg

In de toelichting op artikel 6.28, vierde alinea, vervalt de derde zin “Dit komt tegemoet aan mogelijke organisatorische bezwaren van kleine praktijken (zoals solitaire praktijkvormen), maar vormt bovenal een gelegenheid voor advocaten om zich te bekwamen in het naar behoren afhandelen van een klacht, dat wil zeggen dat de uitkomst daarvan in de regel tot tevredenheid van de cliënt leidt.”

H

In de toelichting op artikel 6.32, derde alinea, eerste zin, wordt de zinsnede “openbaar en publiekelijk toegankelijk” vervangen door “gemakkelijk fysiek of elektronisch toegankelijk”.

I

In de toelichting op artikel 7.1, derde alinea, wordt na de laatste zin, de volgende zin toegevoegd als volgt: “Los van de vergewisplicht van de artikelen 7.1 en 7.2 van de Voda, is een advocaat onder omstandigheden verplicht om een cliëntenonderzoek uit hoofde van de Wwft te doen. Een cliëntenonderzoek uit hoofde van de Wwft gaat verder dan de vergewisplicht uit de Voda. In een eerste oriënterend/verkennend gesprek tussen een advocaat en zijn mogelijk nieuwe cliënt, zal komen vast te staan welk type diensten de potentiële cliënt verlangt. Het eerste gesprek valt buiten de reikwijdte van de Wwft, mits in dat gesprek (nog) niet inhoudelijk wordt geadviseerd. Als uit het eerste gesprek volgt dat de advocaat de zaak wil aannemen en de verlangde dienst is een dienst zoals omschreven in artikel 1a lid 4 sub c, van de Wwft, dan zal de advocaat moeten vaststellen of de zogenaamde procesvrijstelling als bedoeld in artikel 1a, vijfde lid, van de Wwft, van toepassing is. Valt de specifieke dienstverlening onder de procesvrijstelling, dan valt de zaak buiten de reikwijdte van de Wwft en is de advocaat niet gehouden om het cliëntenonderzoek op grond van de Wwft te verrichten. Valt de beoogde dienstverlening onder de Wwft en is de vrijstelling van artikel 1a, vijfde lid, van de Wwft, niet van toepassing, dan dient de advocaat de dienstverlening op te schorten en een cliëntenonderzoek conform de Wwft te verrichten.”

J

In de toelichting op artikel 7.4, eenentwintigste alinea, eerste zin, wordt de zinsnede “openbaar en publiekelijk toegankelijk” vervangen door “gemakkelijk fysiek of elektronisch toegankelijk”.

K

In de toelichting op artikel 7.5, eerste alinea, wordt de volgende zin voor de eerste zin toegevoegd als volgt: “Het Hof van Discipline onderstreept in haar vaste jurisprudentie het belang van artikel 7.5 van de Voda (o.a. in HvD, d.d. 8 juli 2024, ECLI:NL:TAHVD:2024:183 en HvJ EU, d.d. 12 januari 2023, C-395/21, ECLI:C:EU:2023:14). Een advocaat is gehouden om belangrijke afspraken, zoals de opdrachtbevestiging en afspraken over het in rekening brengen van het honorarium, schriftelijk vast te leggen. Het oordeel dat in civielrechtelijke zin een overeenkomst tot stand is gekomen, doet daar niet aan af.


ARTIKEL II


Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

ARTIKEL III

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit toelichting Voda 2024, nr. 2.

ARTIKEL IV

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.