Besluit beroepsvereisten advocatuur
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 december 2004, nr. 5325866/04/6;
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 62, eerste lid, van de Advocatenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 6 januari 2005, nr. W03.04.0627/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 januari 2005, nr. 5330212/05/6 ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Het afsluitend examen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Advocatenwet, omvat ten minste de volgende vakken:
- het privaatrecht, met inbegrip van het burgerlijk procesrecht;
- het strafrecht, met inbegrip van het strafprocesrecht, en
- één van de volgende drie vakken:
1°. staatsrecht;
2°. bestuursrecht met inbegrip van het administratief procesrecht, of
3°. belastingrecht.
Artikel 1a
1
Voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Advocatenwet wordt met de in dat onderdeel bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht gelijkgesteld de graad Bachelor, verleend op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van de opleiding HBO-Rechten aan een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, indien blijkens hierop betrekking hebbende bewijsstukken tevens met goed gevolg zijn afgelegd de tentamens van de tot een schakelprogramma behorende onderwijseenheden.
2
Het schakelprogramma, bedoeld in het eerste lid, omvat onderwijseenheden op het gebied van het recht die worden aangeboden door een universiteit of de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met een totale studielast van ten minste 60 studiepunten als bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
3
Voor de toepassing van artikel 1 wordt onder afsluitend examen als bedoeld in dat artikel tevens begrepen het schakelprogramma, bedoeld in het eerste en tweede lid.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 3
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beroepsvereisten advocatuur.
Wetsluiting
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage27 januari 2005
Beatrix
De Minister van Justitie
J. P. H.Donner
Uitgegeven de achtste februari 2005
De Minister van Justitie
J. P. H.Donner