Beleidsregel onderwijs en toetsen BA

AfdrukkenOpslaan als PDF

Beleidsregel onderwijs en toetsen BA

Besluit van de algemene raad van 11 januari 2016 tot vaststelling van de beleidsregel inzake vrijstelling deelname onderwijs, vrijstelling van onderdelen van het examen en de procedure met betrekking tot de aanvraag vrijstelling of het verzoek tot toepassing van de hardheidsclausule (Beleidsregel onderwijs en toetsen BA)

 

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten,

 

gelet op artikel 9c van de Advocatenwet;

gelet op de artikelen 3.17, vijfde lid, 3.18, 3.19, negende lid, 3.20, van de Verordening op de advocatuur;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

stelt het navolgende besluit vast:

Paragraaf 1 Bepalingen BA

Artikel 1 Reikwijdte van de beleidsregel onderwijs en toetsen BA

Deze beleidsregel is van toepassing op de advocaat die op grond van artikel 9c van de Advocatenwet de opleiding voor stagiaires moet volgen.

Artikel 2 Uitleg wettelijke voorschriften

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

examen: de afsluiting van de beroepsopleiding advocaten, bedoeld in artikel 9c, eerste lid, van de Advocatenwet, die bestaat uit meerdere onderdelen;

hardheidsclausule: de mogelijkheid af te wijken in gevallen waarin toepassing van de desbetreffende bepaling zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard;

toets: een onderdeel van het examen.

Artikel 3 Termijn verzoek hardheidsclausule

De stagiaire verzoekt tot toepassing van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 3.19, zesde lid, van de Verordening op de advocatuur, uiterlijk vier weken na de desbetreffende toetsgelegenheid.

Paragraaf 2 Bepalingen voor de stagiaire gestart met de BA vóór 1 maart 2021

Artikel 4 Reikwijdte paragraaf

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op de advocaat die uiterlijk in september 2020 de beroepsopleiding advocaten aanvangt en met ingang van 1 oktober 2020 zonder onderbreking op het tableau staat ingeschreven en ingevolge daarvan een beroep doet op artikel 9.2a van de Verordening op de advocatuur.

Artikel 5 Termijn verzoek vrijstelling onderwijs en toets

  1. De stagiaire verzoekt vrijstelling deelname onderwijs als bedoeld in artikel 3.18, eerste lid van de Verordening op de advocatuur, uiterlijk vier weken na aanvang van het desbetreffende onderwijs.
  2. De stagiaire verzoekt vrijstelling van de toets als bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur, uiterlijk zes weken voor de desbetreffende eerste toetsgelegenheid.

Artikel 6 Weigering van de vrijstelling

  1. De algemene raad weigert de vrijstelling deelname onderwijs in ieder geval indien:
    1. de stagiaire het verzoek indient later dan vier weken na aanvang van het desbetreffende onderwijs;
    2. de stagiaire verzoekt om vrijstelling deelname onderwijs voor de vakken vaardigheden, schriftelijke vaardigheden, inclusief argumentatieleer, en beroepsattitude & beroepsethiek;
    3. de stagiaire verzoekt om vrijstelling voor een deel van het onderwijs; of
    4. de stagiaire reeds het gehele onderwijs heeft gevolgd.

  2. De algemene raad weigert de vrijstelling toets in ieder geval indien:
    1. de stagiaire het verzoek indient later dan vier weken voorafgaand aan de desbetreffende toets;
    2. de stagiaire verzoekt om vrijstelling toets voor de vakken vaardigheden, schriftelijke vaardigheden, inclusief argumentatieleer, en beroepsattitude & beroepsethiek;
    3. het voor de stagiaire niet de eerste toetsgelegenheid is van het desbetreffende vak; of
    4. de stagiaire reeds een onvoldoende resultaat heeft behaald voor de desbetreffende toets.

Artikel 7 Verlening van de vrijstelling

  1. De algemene raad verleent de vrijstelling deelname onderwijs in ieder geval indien:
    1. de stagiaire verzoekt om vrijstelling deelname onderwijs voor een volledig cognitief vak; en
    2. de stagiaire beschikt over de aan de beroepsopleiding advocaten gelijkwaardige theoretische en praktische bekwaamheid, bedoeld in artikel 3.18, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur, inhoudende dat:

-       aan de toetstermen, neergelegd in de vakbeschrijving van het vak waarvoor een vrijstelling wordt gevraagd, is voldaan;

-       de bekwaamheid niet langer dan drie jaren vóór de beëdiging is verworven; en

-       de bekwaamheid is opgedaan vanuit een partijdige invalshoek.

2. De algemene raad verleent de vrijstelling toets uitsluitend indien:

    1. de stagiaire verzoekt om vrijstelling toets voor een cognitief vak;
    2. het de eerste toetsgelegenheid is voor het desbetreffende vak;
    3. de stagiaire voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b; en
    4. de stagiaire beschikt over recente diepgaande relevante theoretische bekwaamheid, blijkende uit:

-       behaald diploma of certificaat van een toets waarvan het niveau vergelijkbaar is met dat van de betreffende toets in de beroepsopleiding advocaten, behaald niet langer dan drie jaren voor de eerste toetsgelegenheid; of

-       fundamenteel onderzoek, gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften of vakbladen, gepubliceerd niet langer dan drie jaren voor de beëdiging.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 februari 2016.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel onderwijs en toetsen BA.